En nu moeten we het nog realiseren ook!

Vooral dat uitvoeren bleek niet zo goed ingecalculeerd te zijn in het oorspronkelijke idee… We willen graviteit zichtbaar en vooral hoorbaar maken door een wrijver tegen een draaiend glas te laten slepen, net zoals een natte vinger op een wijnglas. Weken aan een stuk sponnen we ingewikkelde technieken en futuristische opstellingen, maar geen van hen zou ooit betrouwbaar genoeg zijn om te kunnen functioneren in rasechte gewichtloosheid. Uiteindelijk kwam er medio april, na de eerste face-to-face meeting met de veiligheidscoördinator, een doorbraak. Weg met dat draaiend glas, en een vlak plastieken bakje in de plaats. Natuurlijk waren we dan de kern van ons experiment ook kwijt. Een vierkant bakje is immers geen rond wijnglas. Echter, creatief als we zijn, schoven we een hol buisje in het bakje. Door er in te blazen zingt het net als een panfluit, en wordt graviteit plots hoorbaar! Al snel werd hiervan, tussen de soep en de patatten zoals we dat zeggen, een prototype gebouwd en waren we in staat om graviteit te meten. Na de nodige evolutie bleek onze testopstelling zelfs verdacht nauwkeurig te zijn.

Na eindwerken te hebben afgerond, de nodige examens te hebben doorworsteld en met de vakantiejobs nog voor de deur, waren we opeens op minder dan 45 dagen van de take-off genaderd. Hoogste tijd dus om materiaal te verzamelen en een finaal experiment af te leveren. Bovendien moest heel de opstelling voldoen aan de gestelde eisen, een lastenboek van zowat 50 pagina’s. Immers, in een vliegtuig - en dan nog wel in gewichtloosheid - een experiment uitvoeren is geen doordeweekse bezigheid.

Anno 2006, 4 augustus: tijd om er eens aan te beginnen. Alle opgeslagen energie kon eindelijk naar boven komen. De meeste onderdelen hadden we al op voorhand besteld, want we weten maar al te goed hoe gemakkelijk (lees moeilijk) het is om in de verlofperiode iets te bestellen. Ouders en leerlingen hebben ook heel royaal aardig wat centen voorgeschoten zodat we dag na dag lokale stocks onveilig konden maken. Een “rooftocht” in ons aller VTI scheelde echter een slok op een borrel, terwijl meester Johan de knop op de geldbeugel hield. Immers, hij mag het achteraf allemaal gaan uitleggen. Nee, serieus, de directie heeft heel spontaan alle kosten qua constructie voor haar rekening genomen waarvoor onze oprechte dank. We waren dan ook blij dat achteraf ons VTI aardig in de kijker heeft gelopen met regionale en zelfs nationale pers- en tv- verslagen en beelden. (Je kunt ze nog allemaal terugvinden op onze weblog!) Als ze nu Ieper nog niet weten liggen…

En dan komt het hé, dan moet je proberen met zes man simultaan te werken aan één project. Niet zo simpel als het wel allemaal lijkt. Maar door alles een beetje te plannen werd er elke dag met gemiddeld 3 personen aan het experiment gesleuteld, gezaagd, geboord, … En dat, ja je leest het goed, … in de schuur van Bertrand. Bij deze hartelijk dank voor de gastvrijheid aan de ganse familie en huisdierenverzameling Dujardin!

Sommige leerlingen hebben in die maand tijd zelfs hun fiets bijna versleten, honderden kilometers in de benen van iedere dag op en af te rijden…, Wim? En om maar van het weer te zwijgen, uitgeregend worden tot het sop in je schoenen staat…, Jonathan? Raad eens hoeveel mousse isolatiebuizen je in één keer op je rug kunt binden…, Bertrand? Gelukkig waren de bochten niet te kort!

Van één ding zijn we ondertussen overtuigd, op papier kan je alles vertellen. In realiteit, is dat heel wat anders. Elke dag moesten er nieuwe problemen opgelost worden. Bijvoorbeeld het volgend raadseltje: “Hoe krijg je een bak met een inhoud van 144 L, waterdicht?” Antwoord: “Koop minstens 16 tubes silicone en 1 bus expansieschuim, en spuit ze allemaal leeg in je bak.” Resultaat: Bak is waterdicht, en veiligheidsinspectie in Bordeaux is meer dan tevreden. Over de geur en de klodders zullen we het hier niet hebben…

Wanneer je zo’n 230 bouten, evenveel moeren en vloten, 12 m aluminiumprofiel en 3 m² aluminiumplaat samen moet puzzelen tot iets wat op een experiment rack lijkt, dan kom je nu en dan eens bedrogen uit en zie je dat er iets niet past. Maar onze voorbereiding van de maanden ervoor was heel goed en dat wierp zijn vruchten af. De ene dag viel er al wat meer van de boom (of in het water) dan de andere. Maar er werd in ieder geval tegen een stevig tempo verder gewerkt.

Na verloop van tijd hadden wij een experiment rack waar zelfs een volwassen olifant zijn poot op mag zetten. (Johan Vanbeselaere speelde nu en dan de olifant, bij gebrek aan iets zwaarder…) Ook dit keer kon de oerdegelijke West-Vlaamse makelij primeren in Bordeaux. Ons 90 kg lichte experimentje was in ieder geval opgewassen tegen het “worst-case” scenario van 9 g onder crash load!

In de laatste week voor het vertrek naar Bordeaux, werd nog vlug een haardroger en een stuk van een stofzuiger gesloopt om onze gravitatiedetector te laten zingen. Ook de confituurdekseltjes van Materne moesten er aan geloven en werden vakkundig verwerkt.

Het sterke punt van ons team was dat we allemaal technisch sterk en multidisciplinair zijn. We waren zo gedreven bezig dat de damp soms uit onze oren stoomde, bij wijze van spreken dan toch. Zo was er voor iedereen werk en kon iedereen zijn plaats binnen de groep vinden. Tot de nacht net voor het vertrek werden de laatste loodjes gevoeld om toch zeker aan alle eisen van Novespace te kunnen voldoen: wij wilden zeker vliegen, kost wat kost! Om maar iets te noemen: we hadden van alle kritische elementen minstens één reserve mee, zelfs van de aandrijving, een tweedehands broodroostermotor en zijn bijhorende overbrenging.